Psalm 7
- javandenberg
- 10 sep
- 7 minuten om te lezen

Deze preek is gehouden op 18 mei 2025 19.00 uur in Onderdendam. Ter ondersteuning van het begrijpen van de Psalm is een liturgieblad gemaakt die als bijlage aan het eind van deze post te vinden is.
Psalm 24: 1, 2 en 3
Stil gebed, votum en groet
Psalm 26: 1, 2 en 3
Geloofsbelijdenis
Gezang 93 (B38)
Gebed
Lezing 1: Psalm 7
Lezing 2: Genesis 3:1-5
Lezing 3: Openbaring 12:7-12
Psalm 35: 1 en 13
Na de Preek Psalm 138: 2 en 4
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
1. Woorden die stuk maken
Woorden kunnen veel stuk maken. Valse beschuldigingen bijvoorbeeld hebben die kracht. Je ziet het om je heen in de wereld. Valse beschuldigingen spelen een uitermate grote rol in de oorlog van Rusland tegen Oekraine. Rusland heeft een hele informatiecampagne opgezet om valse informatie te verspreiden over Oekraine en de Navo. Het brengt schade aan.
Ook in het klein. Mensen vertellen van alles over elkaar. Er wordt bij gezegd: ik weet er niet het fijne van, maar waar rook is, is vuur. Het maakt mensen soms kapot, hun relaties, hun reputaties.
Laten we dan ook zelf uitkijken wat we zeggen. Voor we het weten richten we schade aan.
David wordt vals beschuldigd door iemand uit de stam van Saul, ene Cush. We weten niet wie deze Cush was, en over welke situatie hij het heeft. Maar mensen uit de stam van Benjamin hadden het lange tijd niet zo met het huis van David omdat hij Saul was opgevolgd. Er was verbittering. Cush vertelde daarom het verhaal dat David iemand kwaad zou hebben gedaan die in vrede met hem leefde. Het raakt David diep.
· De beschuldiging maakt het hart van David stuk. Hij voelt het alsof zijn ziel door een leeuw wordt stukgescheurd en meegesleurd. Woorden kunnen mensen heel diep raken.
Valse beschuldigingen geven een diep machteloos gevoel.
· Er komt onrust in zijn hart. Hij gaat malen, want het verhaal veroorzaakte ook letterlijk gevaar voor hem. Hoewel hij koning was en macht had, bleef hij kwetsbaar voor wat mensen vonden, en voor een opstand van een of meerdere stammen. In Israel had de koning geen absolute macht. David was ook pas de tweede koning. Het eerste koningschap was op een fiasco uitgedraaid. Waarom het tweede ook niet?
· als je dan toch aan het malen bent: de gevolgen zijn nog groter. Eigenlijk gaat het niet alleen om hem. Het gaat over het geheel van de samenleving. Je merkt dat in vers 7b en 8 wanneer je het leest vanuit het laatste zinnetje:
U hebt het recht ingesteld.
8De gemeenschap van volken zal U omringen,
neem dan weer plaats hoog boven hen.
Het recht van God, waardoor samenleven mogelijk is, waardoor er veiligheid kan zijn, en vrede staat onder druk. God als centrum, als spil van de samenleving in Israël, raakt uit beeld. Dat doen woorden die stuk maken ook. Zoals gezegd: het koningschap was nog maar jong in Israël. Dat maakte niet alleen David, maar ook het land kwetsbaar. Nog maar 40 jaar eerder was Israël een federatie van tamelijk autonome stammen. Daartoe kon het rijk weer terugvallen. Die ene beschuldiging van verraderlijk gedrag kon iets groots ontketenen. Het land weer terugbrengen tot chaos.
Valse beschuldigingen ondermijnen het leven. In je ziel, in families, in samenleving.
Misschien zit je vanavond wel in de kerk met zo’n verhaal in je hoofd.
Hoe het gaat in de wereld, met alle leugens.
Of je hebt er zelf mee te maken dat er over jou gesproken wordt.
Of dat er verhalen rond gaan in over je familie.
Je hart wordt uit elkaar geslingerd, je hoofd wordt niet meer rustig.
De beschuldigingen jagen de permanent vage onrust in je binnenste aan als een steeds sneller ronddraaiende centrifuge. Het centrum van rust en vertrouwen raak je helemaal kwijt raakt.
Je ziet schade ontstaan zonder dat je er iets aan kunt doen. Kostbare en kwetsbare verbanden vallen uit elkaar. Families, vriendengroepen, huwelijken, samenlevingen. Allemaal door beschuldigingen die we heel snel kunnen verspreiden via allerlei kanalen.
Kwaadaardige beschuldigingen maken mensen wanhopig en soms depressief.
2. Een sprong in Gods armen
Je merkt aan David wanhoop.
Zijn gebed tot God klinkt als een soort wanhoopsprong in de handen van God de HEER.
· Een extreme bezwering van onschuld: als ik dat echt had gedaan, mag de vijand mij doden. De manier waarop David dit zegt, is een zelfvervloekingsformule. Hij weet geen andere manier meer om te zeggen dat hij het niet heeft gedaan.
· Er is een drievoudig, intens beroep op God. De herhaling is nodig omdat het hart vol is. Drie keer. God moet NU helpen.
David pleit bij God op Zijn rol als Rechter en handhaver van het recht. Terecht. God is de God van het recht. Op deze God doet David zijn dringende appel.
Dat is voor ons een voorbeeld. Niet wanhopen, maar springen in de armen van God, wanneer we iets meemaken van wat David meemaakte. Laat je gevoel van machteloosheid die je kunt ervaren bij alles wat er over je gezegd wordt niet over je heersen.
Het onrecht lijkt wel het laatste woord te hebben, de uiteendrijvende leugens lijken wel oppermachtig, maar er is een adres dat dit alles overstijgt: God de wetgever en handhaver van het recht.
Laten we niet denken dat het niet meer anders kan dan alleen maar slechter gaan in ons leven, of in de samenleving, in al die kwetsbare leven-verschaffende verbanden.
God is groter dan dat alles, Hij regeert de harten van de mensen, en van regeringsleiders.
Waarom volgen we niet het voorbeeld van David: God aanroepen op het herstel van recht. Wat zegt het over ons, over ons Godsbesef waarom dit niet in ons opkomt? Laten we in de handen van God springen.
3. Kan dat?
David doet een sprong in de armen van God. Maar wat doet hij? Kan het wel? Is hij wel zo onschuldig als zijn bezwering laat geloven?
Misschien in deze situatie, maar altijd?
In zijn bezwering legt hij iets aan God voor wat God maar beter niet absoluut moet verhoren. De beschuldiging was in een andere situatie verre van ongegrond. Hij heeft namelijk wel eens iemand laten vermoorden die hem niets kwaads had gedaan: Uria, de man van Bathseba, de vrouw die hij zich had toegeëigend.
Wat doet God met onze sprong naar Hem toe? Met onze oproep om op te staan en recht te verschaffen? Als God werkelijk rechtvaardig Rechter is, als Hij werkelijk altijd toornig is over het kwaad (v12), kunnen we wel bij Hem terecht?
We kunnen daar geen simpel antwoord op geven.
Het eerste is wel dit: ga wel naar God wanneer je onrecht wordt aangedaan. Wanneer leugens je leven lam leggen. In die specifieke situatie moet recht worden gedaan. Ook al is er bij jou zelf ook wel een en ander aan de hand. God rekent je er niet op af, wanneer je in je uiterste nood teveel roept over jezelf. Hij kent de kwaadaardigheid van valse beschuldigingen en de schade die het aanbrengt op een heel diepe manier. Het is namelijk het oerkwaad op aarde.
Er is, veel eerder dan welke menselijke valse beschuldiging ook, een valse beschuldiging tegen Hem geuit door satan. De Rechtvaardige Schepper van hemel en aarde, werd zwartgemaakt bij de mensen om onze relatie met Hem te verbreken. We hebben hem geloofd en zijn God gaan wantrouwen. Het heeft werkelijk alles stuk gemaakt.
Achter het fenomeen valse beschuldigingen zit een diepe kwaadaardigheid. Een duistere macht die uit is op onheil. Hij zette de keten van leugens en valse beschuldigingen in gang. Een valse beschuldiging is geen los incident. Het is een meewerken, een vastzitten in dit grote project van satan.
Vrijwel geen enkel mens gaat vrijuit. Daarom kunnen we naar elkaar wijzen, is er whataboutism. Nog belangrijker: daarom kan satan ons ook aanklagen: wij zijn schuldig. Hoewel hij gelijk heeft dat we ook medeplichtig zijn, is het vals om ons aan te klagen omdat hijzelf de oorzaak is van het kwaad. Vals of niet, aanklagen kan hij ons met de woorden: jullie doen net als ik. Jullie zielen zijn van mij. God moet het kwaad straffen omdat Hij rechtvaardig is. We zitten gevangen in een kwaadaardige logica.
Om dat kwaad uit te bannen, is God opgestaan zoals David vroeg. Woedend op dit kwaad, is Hij ten strijde getrokken. Hij zond Zijn Zoon. Hij heeft de eeuwige spiraal van schuld en lot doorbroken.
Jezus Christus, de grote Zoon van David heeft, als werkelijk volkomen rechtvaardig mens die zonder bezwaar die bezwering kon uitspreken, de prijs voor de leugens en het wantrouwen van God betaald. Hij droeg vers 6:
Dan moge de vijand mij vervolgen, achterhalen,
mijn leven op de grond vertrappen
en mijn eer in het stof doen wonen
Hij is als werkelijk schuldloze mens, op grond van valse getuigenissen veroordeeld en gestorven. Satan vergreep zich daarmee aan de Rechtvaardige, aan de Zoon van God en verloor zijn greep op het recht van God. Hij is uit de hemel gegooid door Michael en de andere engelen.
Satan kan ons niet meer aanklagen wanneer we schuilen achter het bloed van de Zoon. Doe dat dan! Dan zijn we veilig. Overwin hem door het bloed van het Lam, zoals Opb 12:11 zegt. Leg hem het zwijgen op met Jezus! Satan heeft geen zeggenschap meer over ons.
Overwin hem door het bloed van het Lam, door zelf te stoppen met valse beschuldigingen, niet mee te doen met het aanjagen van het oerkwaad op aarde. Het kwaad waaraan Jezus is gestorven.
Hij gaat nu rond op aarde. Daarvoor geldt een wee. Zijn boosaardigheid is niet minder, en zijn woede meer. Laat je door het dreigen en bluffen van satan niet bang maken. Het zijn allemaal leugens. Hij kan uiteindelijk niets. Laat je daardoor al helemaal niet lokken om maar weer aan zijn kant te gaan staan.
Ga achter Jezus staan. Dan kunnen we met volkomen vrijmoedigheid een beroep doen op God wanneer we door valse beschuldigingen worden lamgeslagen. Een dringend beroep op het recht en de macht van God. Ons met een volkomen vrij geweten storten in de armen van God de Vader.
God zal recht verschaffen. Straks, maar ook al nu. David rekent daar ook op. Het gedeelte B van de Psalm laat dat zien. God is immers niet onverschillig. God is vertoornd op het kwaad (vers 12). Of anders gezegd: Hij bestraft het.
Soms al in dit leven, gebeurt het dat God de waarheid laat oplichten. Dat verbanden om in te leven worden hersteld en gereinigd. Daarom mogen we nooit wanhopig zijn. We hebben een levende God, die hoort!
En al zien we het niet, moeten we het omgekeerde meemaken zoals zovelen op aarde, dan is dat niet het einde. God zal straks volkomen recht verschaffen.
Dan komt de dag waarop we al onze geloften om God te loven zullen inlossen. God zullen prijzen. Dan kan geen leugen ons meer neerslaan, en komt er geen leugen meer over onze lippen, want onze mond is vol van de lof van de HEER. We zijn in God verblijd, aan Hem gewijd. Amen
Gebed
Collecte
Gezang 281 (B38)
Zegen



Opmerkingen