top of page

HC zondag 8

Deze leerdienst is gehouden op 15 juni 2025 19.00u in Onderdendam. Naar aanleiding van HC Zondag 8 is het onderwerp de Drie-eenheid.

 

Psalm 33: 1 en 11

Stil gebed, votum en groet

Psalm 110: 1 en 2

Geloofsbelijdenis van Nicea (Constantinopel)

Psalm 77:8

Gebed

Schriftlezingen: Mt 28:16-20  & Openbaring 1:1-8

 

Zondag 8

vraag 24. Hoe worden deze artikelen (van de Apostolische Geloofsbelijdenis) ingedeeld?

In drie delen.

Het eerste gaat over God de Vader en onze schepping.

Het tweede over God de Zoon en onze verlossing.

Het derde over God de Heilige Geest en onze heiliging.

 

Vraag 25. Er is maar één God, en Hij is één; waarom noem je dan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest?

God heeft in Zijn woord bekendgemaakt als drie verschillende personen; samen zijn zij de ene, ware en eeuwige God.

 

Psalm 95: 1, 2 en 3

Na de preek Gezang 89

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

We geloven in een drie-ene God. Daarmee is ons geloof uniek. Er zijn twee andere religies met 1 God, maar die beide kennen niet een Drie-eenheid. Het is het dus kenmerkend voor ons geloof.

Tegelijkertijd denken we er weinig over na, we weten niet zo goed wat we er mee moeten. Dat is spijtig, want

-           we kunnen ons niet goed verweren wanneer mensen tegen ons zeggen dat ons geloof vanwege de Drie-eenheid vreemd is, of niet klopt

-           we kunnen een verkeerde voorstelling krijgen van God, die ons geloofsleven in een verkeerde richting stuurt.

-           We raken misschien is kwijt van de rijkdom van het geloof!

Daarom denken we vanavond op de zondag Trinitatis na over de Drie-eenheid.

 

                                      I.               Eén wezen en drie personen

1.      Openbaring van God

Het is goed om hiermee te beginnen: de Drie-eenheid is niet verzonnen door mensen. Het idee dat God uit meerdere personen bestaat is het gevolg van de manier waarop God zichzelf heeft laten kennen. Hoe mensen Hem hebben ervaren. Dat begint al in het Oude Testament

a.      Oude Testament:

Natuurlijk leert het Oude Testament in de eerste plaats dit Dt6:4): Luister Israël, de HEER, onze God, is één. Dat is de geloofsbelijdenis van Israël. Daarmee zijn ze een grote uitzondering ten opzicht van alle andere  volkeren. Zij hebben één God.

 

Tegelijkertijd zie je dat die ene God een meervoudigheid heeft. Dat zit bijvoorbeeld in

·       het woord Elohim -> mv, maar wel steeds ev ww

·       Engel des HEREN, die steeds ook weer samenvalt met de HEER.

·       Psalm 110

·       In Daniel: er mag iemand als een mensenzoon plaatsnemen op een Goddelijke Troon

Allerlei signalen, dat er weliswaar maar één God, is maar dat deze zich niet laat vangen in een enkelvoud.

 

b.     Nieuwe Testament: doopbevel, groet in Openbaring 1, etc

Het Nieuwe Testament is een verdere openbaring van God. Daar draait het om de vervulling van de belofte dat God de Messias zal zenden. Deze messias, een mens uit de maagd Maria, blijkt helemaal God te zijn. Hij heeft de aanspreektitel Heer en wordt ook God genoemd. Vooral het Johannesevangelie, maar ook de brieven van Paulus laten dat horen. Ook wordt duidelijk dat het dan gaat om een tweede persoon, namelijk de Zoon, of het Woord. Bovendien komt de Heilige Geest, die ook Heer wordt genoemd en bovendien levendmaakt.

            In het nieuwe Testament staan ook teksten, zoals we lazen, die de drie Vader, Zoon en Heilige Geest, heel dicht bij elkaar brengen: het zendingsbevel, en ook het gedeelte uit Openbaring.

 

Deze en andere teksten laten zien dat de eerste christenen God hebben ervaren als Vader, Zoon en Heilige Geest. Zo heeft God zich aan hen bekend gemaakt. Zo heeft Hij hen redding gegeven en zich aan hen gegeven.

 

2.      Proberen te begrijpen

God heeft niet uitgelegd aan de mensen hoe het precies zit. De openbaringsgegevens leidden ertoe dat mensen probeerden te begrijpen. Dat is een risico, maar de kerk daarna heeft dat wel gedaan, om te voorkomen dat de rijkdom van het kennen van deze God verloren zou gaan, dat mensen een te kleine voorstelling van Hem maken, of uit het oog verloren hoe diep God is gegaan om ons te redden.

 

Dat begrijpen was en is niet eenvoudig. In de eerste eeuwen was er een sterke neiging om God te beschouwen als één. Niet alleen vanuit de Joodse traditie, maar ook vanuit de Griekse filosofie, zeker het platonisme. Het hoogste kon alleen enkelvoudig worden begrepen. Daarom was er een sterke drang om wat we kunnen weten over God, ook zo te duiden:

 

a.      Drie verschijningsvormen?

Een belangrijke gedachte is geweest: God is één en Hij heeft zich aan ons voorgedaan in de loop van de tijd in verschillende gedaanten aan ons voor te doen.: als Vader, Zoon en Heilige Geest. Een voorbeeld dat je daarbij wel hoort is dat van water. Water kan zich op verschillende manieren voordoen: als ijs, damp en als regen.

De kracht van deze gedachtegang is dat

-           God zich inderdaad laat kennen op verschillende manieren. 

-           En de eenheid van God blijft gehandhaafd.  

 

Tegelijkertijd mogen we deze voorstelling zeker niet absoluut maken, alsof de Vader en de Zoon en de Geest niet meer dan tijdelijke vormen zijn die een dieper essentie van God ook weer verhullen.

De Zoon is en blijft de Zoon, zoals ook de Vader de Vader, en de Geest de Geest.

 

b.     Zoon en de Geest minder goddelijk?

Een andere oplossing, vooral die van Arius is geweest dat hij de Zoon en de Geest het absoluut goddelijke ontnam.

Het probleem daarbij is niet alleen dat het de gegevens uit de Schrift niet volledig recht kan doen en dat ook onze redding op het spel komt te staan. Als Jezus niet en volkomen mens, en volkomen God is, kan Hij ons niet redden uit de diepte van onze ellende.

Ik denk dat veel gelovigen dit idee nog wel ergens in hun hoofd hebben. Dat Jezus niet echt God.

 

c.      Geloofsbelijdenis van Nicea (Constantinopel)

Het gesprek hierover werd eind 4de eeuw tot een slotsom gebracht. Eerst in 325 toen de christelijk geworden keizer een concilie samenriep in Nicea. Na dat concilie liep het nog weer wat anders. Maar in 381, op een volgend groot concilie is de uitspraak van Nicea bekrachtigd en nog aangevuld, vooral met woorden over de Heilige Geest:

-           Jezus is God uit God, waarachtig God uit waarachtig God

-           De Geest wordt samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt.

Het inzicht erachter is: de Vader, de Zoon en de Geest delen hetzelfde wezen, maar zijn wel te onderscheiden personen/identiteiten.

 

Hoe moet je dat zien? Om dat iets te verduidelijken:

Je kunt mij de vraag stellen wat ik ben. Ik ben een mens, dat is mijn wezen. Je kunt me ook de vraag stellen wie ik ben: Sjaak van den Berg. Dat is mijn persoon.

 

Wanneer we deze vraag twee vragen stellen over andere schepselen. Als je bijvoorbeeld de wat vraag stelt bij een huisdier, kan het antwoord hond zijn. Je kunt ook wel de vraag stellen naar het wie, maar dat wordt al moeilijker omdat een hond wel een beetje een persoon is, maar geen volledig persoon. Een halve.

 

Wezen en persoon hoeven dus niet samen te vallen.

 

Wanneer we zo naar God kijken, is Hij in wat God. Een verschil met schepselen is, dat Hij wel de enige is van deze soort, de enige van dit wezen.

In wie Vader, Zoon en Heilige Geest. Zijn wezen, zijn eigenheid is te groot en te rijk om in één persoon tot uitdrukking te komen.

 

Zo uniek en groot is God. Eén wezen, in drie personen.

 

                                   II.               Eén beleid, drie rollen

Wanneer wij denken in personen, denken we aan individuen, die allemaal eigen mening hebben en eigen plannen kunnen bedenken. Maar zo is het niet. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest voeren hetzelfde beleid. Ze hebben hetzelfde plan. Naar ons toe, zit er geen licht tussen wat de Vader wil, en de Zoon en de Heilige Geest.

 

1.     Uit de Vader, door de Zoon, in de Geest

Wel hebben ze een verschillende rollen. Je kunt het misschien wel een vangen met drie verschillende voorzetsels. Alles wat God doet, komt uit de Vader, gebeurt door de Zoon en in de Heilige Geest. Of het helemaal op iedere situatie van toepassing is, is natuurlijk de vraag, maar het geeft iets aan van de eenheid.

 

Tegelijkertijd kun je wel zeggen dat ieder van de drie een specifieke aandachtsveld heeft. Dat is al vroeg bedacht.

 

2.     Schepping, verlossing, voltooiing

HC over apostolische geloofsbelijdenis:

Het eerste gaat over God de Vader en onze schepping.

Het tweede over God de Zoon en onze verlossing.

Het derde over God de Heilige Geest en onze heiliging.

 

Tegelijkertijd doen deze drie personen hun werk niet onafhankelijk van elkaar.

·       Schepping: door de Zoon, en in de Zoon. De Geest als kracht is daarbij aanwezig.

·       Verlossing: de Zoon neemt het niet op tegen een vertoornde Vader, maar de Vader zelf zendt de Zoon. Samen hebben ze bedacht en voeren ze uit wat nodig is voor herstel. God zelf is in Jezus gekomen om ons te verlossen.

·       De Geest is er niet zonder de Vader en de Zoon. Wanneer Hij heiligt, is dat op grond van het werk van Jezus.

 

Hoe de drie personen dat onderling in hun eenheid van wezen doen en elkaar infomeren, ontgaat ons. Daarin is God God en gaat Hij ons verstand verre te boven.

 

                                III.               De Drie-ene en wij

1.      We kennen God door de Zoon

We kunnen God niet begrijpen, niet in zijn wat, in zijn wezen. Maar Hij heeft zichzelf wel helemaal kenbaar gemaakt in Wie Hij is.

Wanneer we iets van God willen leren kennen, zeker wanneer we het niet goed kunnen vatten, mogen we bij Jezus beginnen.

 

Dat heeft God al in de structuur van de schepping gelegd.

De verbinding tussen de Vader en de zichtbare werkelijkheid is namelijk de Zoon. God heeft geschapen door de Zoon. Hij is, Hebr 1, het uitgedrukte beeld van God wezen. We kennen de Drie-ene God in principe door de Zoon. Johannes zegt het zo:

-           De Zoon die in de schoot van de Vader is, heeft God leren kennen.

-           Wie Jezus heeft gezien, heeft de Vader gezien.

Dat geldt al sinds de schepping. Maar nog meer na de zondeval dat we bij Jezus moeten zijn om God te leren kennen. Jezus is de Middelaar die ons toegang geeft tot de Vader. Hij maakt de weg vrij. Hij verleent ons toegang tot de Vader.

 

Zonder het werk van Jezus, zonder wat er in het evangelie over Hem staat, is al ons spreken over God religie en geen openbaring. Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. We worden ook opgeroepen om de Vader aan te roepen in de naam van Jezus.

 

Wanneer je God wilt leren kennen, kijk dan naar Jezus, en vraag dan om Jezus.

Je uiteindelijke troost is ook dat we van Christus zijn.

 

2.      De doop verbindt ons met Vader, Zoon en Geest

Jezus is dus de toegang. Maar tegelijkertijd is dit niet zonder de kracht van de Geest die ons met Jezus verbindt en ook niet zonder de Vader die Hem heeft gezonden en tot wie we worden gebracht. Want God is één. Dat wordt prachtig uitgebeeld in de doop die door Jezus is ingesteld. De doop verbindt ons met de Vader, de Zoon en de Geest.

De drie elementen die de HC ontwaart in deze belijdenis zitten in de doop. In het formulier uitgewerkt met: zorg van de Vader, vergeving van en door de Zoon De doop garandeert ons dat wij verbonden zijn met Vader, Zoon en Heilige Geest.

Wanneer we bidden, mogen we elk van de drie Personen aanroepen juist op dat punt waarop diens rol het grootste is.

De Vader mag je daarom vragen om Schepping en levenskracht

Verlossing door de Zoon.

We mogen elk van de drie personen aanroepen juist ook voor die ene rol. Maar wanneer we tot een van de drie personen bidden, roepen we tegelijk in die ene naam, de ene God aan. Het is geen andere God.

 

God begrijpen kunnen we niet.

Wel kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft zich met Wie Hij is, aan ons verbonden. Hij zelf heeft ons gemaakt. Hij zelf heeft ons gered, Hijzelf heiligt ons. Drie-enig God, U zij al de eer. Amen

 

Gebed

Collecte

Gezang 93 (B38)

Zegen

 

Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


Over mij

IZB - Portret Sjaak - Hres-1_edited_edited.jpg

Mijn naam is Sjaak van den Berg. Sinds mei 2024 ben ik predikant van de Hervormde gemeenten Bedum en Onderdendam

Voor dat ik hier kwam gaf ik leiding aan de IZB (2015-2024). Daarvoor (2009-2015) was ik predikant van de PG Groningen, wijkgemeente Martinikerk. Mijn predikantschap begon ik in 2002 in Stedum-Lellens-Wittewierum- Ten Post. Daarvoor was ik ruim drie jaar kerkelijk werker in de Hervormde gemeente van Dorkwerd.

In mei 2009 promoveerde ik aan de Radbouduniversiteit op het geschrift 'Contra Adimantum' van Augustinus.

JAvandenBerg

Posts Archive

bottom of page