top of page

HC zondag 7

Deze leerdienst is gehouden op 19 januari 2025 19.00 uur in Onderdendam. De catechismus wordt niet regel voor regel gevolgd, maar dient vooral als aangever van het onderwerp.



P 141: 1 en 2

Stil gebed votum en groet

P 65: 1 en 2

Geloofsbelijdenis

P 46: 1 en 6

Gebed

Schriftlezingen: Joh 3:14-21 en 2 Kor 5: 11-21

P 103: 6 en 7

Heidelbergse catechismus zondag 7

Weerklank 360


Na de preek: Weerklank 489

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Wordt iedereen gered?

A: velen denken van wel

‘De hemel heeft er een mooie ster bij’. Dit is een van de eerste voorbeeldteksten om op een rouwkaart te zetten, die ik vond op de site van een uitvaartbedrijf. Het tekent een beetje hoe we denken over de dood. Na dit leven is er een ander mooi leven. Het is wel goed met …

Je kunt je daar van alles bij voorstellen. De gedachte aan de werkelijkheid dat het niet goed is met een geliefde overledene is bijna ondragelijk. Daar moet je niet over nadenken.

 

Het tekent ook hoe we in Nederland denken over mensen. Wij zelf misschien ook wel. Mensen doen het zo gek nog niet over het algemeen. De vraag die de HC stelt landt daarom niet meteen in onze samenleving: wordt iedereen gered. De vraag is: Is er eigenlijk wel redding nodig? Iedereen komt straks wel goed terecht, bijna iedereen. De vraag naar redding zoals de HC die schetst is een vraag die niet gesteld hoeft te worden.

Het is eigenlijk het logische gevolg van de gedachte dat we het leven echt zelf mogen invullen. Ieder moet het zelf weten. Wanneer dat je uitgangspunt is houdt je er geen rekening mee dat God iets van ons leven vindt. Of je voldoet aan Zijn verlangens en voorschriften.

 

Het tragische is, dat nu net de kern van zonde is dat je je leven zonder God wilt leven. Daar zit precies de bron van alle ellende in de wereld, van onze verlorenheid. Je redt het niet zonder God. Daar kom je vroeg of laat achter.

 

·       Iedereen wordt gered want God is toch liefde

Een andere gedachte, die wel echt dichtbij het evangelie komt, is deze: het kan toch niet zo zijn dat God mensen verloren laat gaan. Hij is toch liefde.  

Inderdaad is het heel goed gezien dat God liefde is. Daar denken we wel eens te weinig over na. Daar leven we veel te weinig mee. Als we het zouden bevatten, als was het maar een beetje, hoe diep de liefde van God gaat, dan zouden we echt heel anders leven. De liefde van God is de bron van al het goede en ook van onze redding. Maar het is in ieder geval geen automatisme dat de liefde van God ervoor zorgt dat ieder wordt gered. Je ziet het in het Joh. Evangelie gebeuren: zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, maar niet iedereen komt er.

 

·       Jezus heeft alles al volbracht

Een andere gedachte die nog dieper doordringt in het evangelie: Jezus heeft alles volbracht. Als het nu zo is dat we door de eerste Adam alles hebben verspeeld, en Jezus is de tweede Adam, dan is het zo toch ook goed?

Wat de kracht is van deze gedachte: inderdaad is alle redding helemaal afhankelijk van wat Jezus heeft gedaan. Wat de eerste Adam stuk maakte, heeft Hij inderdaad hersteld. De gedachte dat iedereen daarom dan ook onbewust gered is, kan zich dan gemakkelijk ontwikkelen.

 

In de theologie van de vorige eeuw is het Karl Barth geweest die de gedachte gewild of ongewild grote ingang heeft laten vinden. Hij dacht erg radicaal vanuit Christus als de uitverkoren mens die het heil op aarde heeft gebracht. Hij heeft in Nederland veel invloed gehad op wat we de midden-orthodoxie zijn gaan noemen. Het leverde een theologie op waar de spanning tussen gered en niet gered niet meer bestond. Het gevolg was dat er bijna niets meer op het spel staat op zondag. Het is immers allemaal al geregeld. Geloof waar geen urgentie, geen noodzaak in zit, zal uiteindelijk ten ondergaan. Het zal geen stand houden in een tijd waarin er zoveel is wat aan je om aandacht vraagt. Dat is wat we ook zien gebeuren. Wat we ook aan ons eigen hart kunnen voelen.

     

En je ziet in het evangelie dat het bij de eerste apostelen, leerlingen, en hun omgeving niet zo werkte. Waarom zouden ze zich het vuur uit de sloffen hebben gelopen, waarom zouden ze zich hebben laten geselen, stenigen, en doden, wanneer het eigenlijk allemaal geregeld is.

 

b) God wil onze redding

Niet iedereen wordt als vanzelf gered. Maar dat ligt nooit aan God. God is geen grillige God. Hij is een God van liefde en genade:

·       In 1 Tim 2:4 staat een onverwachte zin  Hij wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de zaligheid komen. Het staat daar in een stukje waarin de oproep wordt gedaan om voorbede te doen voor overheden en voor

 

·       Heeft alles gegeven: Joh 3:14, Hij heeft zichzelf gegeven. Zijn eniggeboren Zoon. De Drie-ene God zet zich in: de Vader zendt de Zoon: Hij verzoende de wereld met zichzelf in Christus. Daar zie je het gelijk van mensen die hameren op de liefde van God. Ja het klopt: er is een liefde volle God, die alles doet om ons te redden.

 

Hij komt zelf in zijn Zoon, die alles volbrengt wat nodig is.

o   Hij heeft de schuld betaald tegen de hoogste prijs

o   Hij heeft de macht die ons gevangen houdt in het kwaad verslagen: alle verleidende en ellende veroorzakende krachten

o   Hij heeft zijn hele leven rechtvaardig geleefd en de wet van God vervuld.

 

Hij stuurt de Geest die het geschreven woord heeft geinspireerd, die mensen heeft aangevuurd om het evangelie overal ter wereld te laten klinken en die in ons leven wil komen om alles van Christus in ons leven uit te werken en uit te delen. Die ervoor zal zorgen dat we op de jongste dag worden herschapen.

 

Alles, alles ligt klaar. Er is vergeving voor de hele wereld. Er is verzoening, heelwording voor alle mensen, voor de hele schepping.

            De redding is van God en dat maakt ook dat wij er niet over kunnen beschikken voor anderen. Wij gaan er niet over. Het is klaar voor een ieder.

 

·       Heeft geduld (2 Petrus 3: 9): God verdraagt nog altijd al het onrecht en wat Hem wordt aangedaan, omdat Hij wil dat mensen gered worden. Lankmoedig en geduldig.

 

Van Gods kant is er dus niets, maar dan ook niets in de weg.

 

c)      Zonder geloof ontvang je het niet

·       Redding is persoonlijk

De gevolgen van onze zonden kan God van ons afnemen, buiten ons om:

-           dat we schuld hebben gemaakt, kan en heeft Hij liefdevol van ons afgenomen;

-           dat we onszelf in diepe ellende en narigheid hebben gestort, heeft Hij gezien en daarin is Hij ons achterna gekomen om ons daaruit te verlossen;

-           dat we met ons gedrag  de schepping stuk hebben gemaakt, heeft Hij met diep leedwezen aangezien, maar dat kan en wil en zal Hij herstellen.

Daarom heeft Hij Jezus gestuurd, heeft Hij alles ingezet.

 

Maar de oorzaak van al die ellende zit in ons hart. De kern van de zonde is dat we wantrouwend zijn tegenover God, en/of dat we hoogmoedig zijn. De bron zit in onze wil en in ons hart, onze liefde. Je kunt niet met een algehele universele update alle mensen in een keer daarvan verlossen. Dan zou de wil geen wil en de liefde geen liefde meer zijn. Dat we ons hart aan Hem geven, of we onszelf toevertrouwen aan Zijn genade, daarin heeft Hij ons hart zelf nodig en dat gaat nooit buiten onszelf om. Daarom moeten we Hem geloven. Daarom is de liefde van God niet automatische bron van redding.

 

Dat geloven heeft twee kanten zegt de catechismus:

 

·       Geloof als inzicht/kennen

Het gaat om het inzien dat het klopt wat God zegt. Geloof gaat vaak samen op met bekering. Bekering is: metanoia, een verandering van je inzicht.

-           Het inzicht dat je leven maar kort is en dat het van God komt en dat je aan Hem verantwoording moet afleggen.

-           Het inzicht dat leven zonder Hem leeg is en dat je zo kwetsbaar bent als wat.

Dat inzicht vanuit Gods zijde, omarm dat. Je gaat zien dat er wel redding nodig is. Daar gaat het om. En daar werkt de Heilige Geest ook in mee. Door de Bijbel, en in je hart.

 

Je moet de stop uit je hoogmoed trekken om het te kunnen zien. Soms gebruikt God daar de omstandigheden in je leven voor. Je voelt dan even dat je het zelf niet kunt. Als je dat merkt, dan is dat de Geest die aan je trekt. Laat Hem zijn gang gaan.

 

·       Geloof als vertrouwen

De kern van geloven is dit: ik vertrouw God. Ik vertrouw me aan Hem toe. Ik geef mijn wantrouwen op. Deze verandering van houding is wat God van ons vraagt.

-           Het vergt geen intensieve boete, hoewel dat echt kan ontstaan wanneer we inzien wie we zijn;

-           het vergt geen vroom leven, hoewel je zou willen dat je dat had wanneer je bij God komt,

maar dat je je toevertrouwt aan Hem die alles voor je heeft klaar staan.

 

En omdat het dit is, dit vertrouwen, en omdat God zoveel dichterbij ons is, dan dat we ons van Hem hebben verwijderd, is het voor iedereen mogelijk, tot op de laatste seconde, om ons aan Hem over te geven. Daarom mogen we nooit oordelen of iemand gered is. Daarom kunnen we tot op het laatste moment andere blijven aansporen om hun vertrouwen op God te stellen. Zelfs bij het naderen van de dood.

 

Johannes 3, het slot laat zien hoe het komt dat je jezelf niet overgeeft:

-           je houdt meer van je huidige leventje, dan van God.

-           Je kunt bang zijn dat je verpletterd wordt door de macht van God

-           je kunt je diep schamen voor God en mensen en daarom liever in het duister blijven.

 

De woorden van Paulus, trekken aan ons:

Uit vrees voor God (dat is het ontzag voor Hem voro wiens troon we moeten verschijnen)

Gedreven door de liefde van Christus,

Smeekt hij namens Christus, alsof God zelf door hem heen ons smeekt:

Laat je met God verzoenen.

Laat het gebeuren wat God allang heeft klaar gelegd. Geloof Hem.

Vertrouw je toe aan Gods vaderhart. Het is van eeuwigheid met liefde bewogen. Amen


Weerklank 489

Gebeden

Collecte

Weerklank 486


Zegen


 

 

Opmerkingen


Over mij

IZB - Portret Sjaak - Hres-1_edited_edited.jpg

Mijn naam is Sjaak van den Berg. Sinds mei 2024 ben ik predikant van de Hervormde gemeenten Bedum en Onderdendam

Voor dat ik hier kwam gaf ik leiding aan de IZB (2015-2024). Daarvoor (2009-2015) was ik predikant van de PG Groningen, wijkgemeente Martinikerk. Mijn predikantschap begon ik in 2002 in Stedum-Lellens-Wittewierum- Ten Post. Daarvoor was ik ruim drie jaar kerkelijk werker in de Hervormde gemeente van Dorkwerd.

In mei 2009 promoveerde ik aan de Radbouduniversiteit op het geschrift 'Contra Adimantum' van Augustinus.

JAvandenBerg

Posts Archive

bottom of page