top of page

HC zondag 2 & 3

Deze leerdienst is gehouden op 21 juli 2024 19.00 uur in Onderdendam. De catechismus wordt niet regel voor regel gevolgd, maar dient vooral als aangever van het onderwerp.


P 123

Stil gebed, votum en groet

P 33: 7 en 8

Geloofsbelijdenis

P  33: 11

Gebed

Lezing: Romeinen 3:9-24 

 

Niemand heeft zin in zondag 2 en 3. Er hangt een sombere gloed omheen. Het zegt zware nare dingen over mensen. Vooral vraag 8 heeft in een oudere vertaling van de catechismus lange tijd grote negatieve invloed gehad. Daar staat in de vraag: zijn we alzo verdorven dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.

De oorzaak van de absolute negatieve toon in de woorden die de catechismus kiest zijn ingegeven door polemiek met de Rooms-Katholieke theologie van die dagen. De Rk-theologie was tamelijk optimistisch over de mens. Zij zeiden dat de mens met twee lagen geschapen is: een natuurlijke en een bovennatuurlijke. Die bovenste laag is weliswaar verwoest door de zonde, maar die onderste laag kan goed functioneren mits je maar wilt. De reformatie zei: de schade zit toch nog wel een laag dieper. Die wil van ons is zwak en heeft een sterke hang naar het verkeerde. De polemiek over deze kwestie maakt de toon scherp en zwart/wit. Dr Wim Verboom geeft aan in zijn uitleg dat er beter had kunnen staan: het goede, in de zin van het allerhoogste goed waartoe we zijn geschapen. En niet onbekwaam tot enig goed. 

Nog een andere disclaimer: eigenlijk zou je deze ellendekennis, meteen samen moeten horen met de verlossing, en met het leven van de dankbaarheid. Het zijn geen stadia, maar drie aspecten die steeds tegelijkertijd waar zijn. Het gaat namelijk om geloofskennis. En er is geen kennis van ellende zonder dat er ook niet al genade een rol speelt. En hoe meer je van je redding leert zien, hoe meer je ook weer van je ellende ziet. Hoe meer je probeert te leven uit dankbaarheid, hoe dieper je ook weer voelt dat het je niet lukt. Maar omdat we niet drie dingen precies tegelijk kunnen zeggen en uitleggen, is deze volgorde gekozen.

 

HC zondag 2 en 3

P 25: 9 en 10

Na de preek G 153: 1, 3 en 4 (b38)

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Je kunt soms vage klachten hebben. Je hebt gebrek aan energie, of je valt af. Mensen zeggen wel eens tegen je: misschien heb je wel … Je kijkt eens op internet en zo bouw je zelf een soort diagnose en met zelfmedicatie probeer je weer een beetje op te knappen.

Een dokter, een specialist kan vaak vaststellen wat er aan de hand is.

 

Zo moeten we vraag 3 lezen: waaruit ken je je ellende?

Er zijn symptomen dat er iets niet klopt. We voelen en ervaren immers van alles als samenleving en als enkel mens.

·       Geweldsuitbarstingen, en soms opeens een sfeer van haat op straat.

·       Of: dat er controle nodig is voor het opmaken van de kas, of het verrichten van betalingen, is natuurlijk niet zomaar.

·       Dat we wachtwoorden instellen en sloten gebruiken doen we omdat we weten of denken te weten dat je dom bent als je dat niet doet.

En ook in de meer medische hoek:

·       Wanneer je gaat praten met psychiaters vertellen die je over angststoornissen, over een diep gevoel van somberheid die over de samenleving hangt; over leegte die mensen beklemt.

En zo zijn er nog veel meer dingen op te sommen.

Ook bij onszelf:

 

Je hebt misschien zelf dingen in je geweten zitten die af en toe opspelen, die je dan hinderen om in slaap te komen.

Kent u ook niet van die momenten, waarop je denkt: waarom doe ik dit toch? Ik dacht dat ik anders was. Je eigen normen zeggen je ook dat je zo moet zijn.

 

We hebben een diagnose nodig. Een goede diagnose is niet alleen eng kan ook een opluchting zijn. Er is eindelijk duidelijkheid.

Zeker als er een goede arts bij is die vertelt dat er iets aan te doen is.

 

Jezus is onze arts

Hij stelt een diagnose en die is niet bedoeld om je klein te maken, maar om je duidelijkheid te verschaffen en je te motiveren om je behandeling te ondergaan. En die heeft Hij ook.

 

Jezus stelt de diagnose met behulp van Gods wet.

Alleen het Woord van God, de wet van God, kan uiteindelijk vertellen hoe het met ons is. De wet is de richtlijn van God, die aangeeft wat het ideaal van menszijn is. Die laat ons zien wat de oorspronkelijke bedoeling was, hoe we zijn gemaakt. Jezus bundelt de waaier aan licht in de wet samen in één gebod dat bestaat uit twee delen: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf.

Alle andere geboden zijn tot die twee samen te brengen: Liefhebben!

 

Zoals je bloed eigenlijk een zuurstofsaturatie moet hebben die de 100% benadert, moet er in ons hart een saturatie waarde van liefde voor God en de naaste van 100% aanwezig zijn.

Als je zuurstofsaturatie wat lager zit, word je benauwd. Wanneer het echt te laag is krijg je schade aan je organen en kun je niet meer functioneren. Zo is het ook met de liefde naar God en de naaste in je hart. Als het zakt, als het laag is, gaat het echt niet goed met je.

 

Dit verklaart hoe we ons vaak voelen.

·       Als je God niet liefhebt boven alles, is er vanuit jezelf een soort allergie voor God. Dit is zo’n vage klacht die je zelf niet scherp ziet, - en ook niet in mijn opsomming van symptomen zat, maar die door dit gebod aan het licht gebracht wordt. Je kunt God eigenlijk niet goed hebben als God. Dat verklaart dat we er zo’n moeite mee hebben om op God gericht te zijn, en met Hem te leven.

·       Als je God niet liefhebt boven alles, wordt je hart door dat alles overgenomen. Wanneer je de geschapen dingen niet in een lagere rangorde dan God liefhebt, krijgen die de neiging om te groot te worden. Ze hebben hun eigen beloften, en verleidingen. Maar benemen je de kracht om echt te leven. Ze worden surrogaatgoden, zoals Tim Keller ze noemt.

o   Als je inkomen en geld niet als een gave van God ziet, ga je het verafgoden, wil je steeds meer en wordt dat je intrinsieke drijfveer. En die kracht en lading heeft het niet. Het kan je ziel niet vullen. Daarom moet je er steeds meer van hebben. Dat verklaart ook wel die sloten en wachtwoorden.

o   Als je je lichamelijke kracht en gaven niet ziet als een cadeau om God te eren, en succes in de sport je eigenlijke drijfveer is, is de verleiding groot om aan die god je gezondheid en je eerlijkheid op te offeren.

o   Als je je vrijheid niet ziet als een gave van God, zal keuzestress of een diep ervaren leegte je opslokken.

Kijk vanuit dit licht eens naar je leven. Begin je iets te herkennen?

o   En dan nog iets: als je een veelheid van goden hebt, krijgt je een verdeeld hart. Een gefragmenteerd hart. Alles wat niet vanuit God geordend is, maakt veel lawaai en trekt aan ons hart en maakt het rusteloos.

Als je bijvoorbeeld mensen rondom je en hun meningen niet plaatst in de orde van God liefhebben boven alles, en de naaste als je zelf, kan het zomaar zijn dat je een pleaser wordt en stress krijgt van de meningen van mensen. Je hart wordt uit elkaar getrokken omdat er zoveel meningen en verwachtingen zijn.

 

Je naast niet liefhebben als jezelf is de verklaring voor vrijwel heel veel sociale en relationele problemen. Wanneer de saturatie van liefde niet hoog genoeg is, is zie je je naaste als minder dan jezelf. Je kunt daarin zo verblind raken dat je de ander zelfs gaat haten. Het is  ook de bron van discriminatie.

 

Het ene tweevoudige gebod is een helder instrument om ons te diagnosticeren. Zonder deze liefde tot God en onze naaste verstikt ons leven. Deze ziekte heet zonde, zondigheid. Het breekt gelukkig niet altijd helemaal door. God weerhoudt veel, we kunnen symptomen onderdrukken, en dat is ook onze opdracht. Maar voor genezing moeten we bij Jezus zijn.

 

Voor we verder gaan op dit spoor van ziekte en onze arts, ook dit.

Zonde is niet alleen te vangen met het beeld van ziekte waaraan we lijden en waardoor we schade aanrichten en ook oplopen. Het is ook schuld tegen God en de naaste. Die schuld kunnen we vanuit onszelf nog minder goed vaststellen dan gevoel van ziekzijn, zeker wanneer het over God gaat. Jezus geeft ons ook daar zicht op wanneer Hij de wet samenvat. Ik beperk me tot alleen het aspect dat we schuld opbouwen bij God, wanneer we Hem niet liefhebben boven alles. We schenden:

-           Gods eer: God heeft ons en alles zo gemaakt dat Hij daardoor geëerd wordt. Zoals wij eer kunnen hebben van ons werk, zo is het ook bij God die alles gemaakt heeft en goed heeft gemaakt. Als we die schoonheid en goedheid toeschrijven aan iets anders, ontnemen we die eer aan God. En maken we God te schande tegenover zijn vijand en tegenstander de satan. Je voelt in het boek Job (het is niet om U zelf dat Job U vereert, maar omdat hij er voordeel bij heeft).

-           Gods recht: God heeft recht op ons leven, dat we Hem dienen. Dat is niet iets slechts of zwaars; het is echt goed om God als Heer te hebben, maar we doen het niet. Stel je voor: je bent hovenier en hebt een werknemer die met jouw bus, jouw machines, jouw materialen in jouw tijd voor zichzelf gaat klussen, of voor een ander als opdrachtgever. Dat is niet hoe werkt, maar is wel wat wij tegen God doen. Hij heeft ons het leven gegeven, deze aarde, en wij kapen het van Hem weg en zetten het in voor eigen gewin, of zelfs voor de grote vijand van God.  

-           Gods liefde: het is als overspel. Dat maakt zoveel stuk en is eigenlijk niet te repareren.

Juist Jezus weet dit, omdat Hij namens God op aarde is gekomen. Omdat Hij God zelf is.

 

Dit alles leert Christus ons.

En we doen er goed aan om naar Hem te luisteren, en van Hem heling, heil te verwachten.

Het zit namelijk diep in ons en we kunnen onszelf hier niet van verlossen. Het is ook progressief: het wordt erger als er geen genade is. Je zou het kunnen vergelijken met iets genetisch: er is bij onze eerste voorouders iets dramatisch fout gegaan. Zij hebben de bron van het leven verlaten, God zelf. Hun opstandige daad heeft zich voortgezet in een diepe neiging tot opstand tegen God. En wij geven steeds aan die neiging toe.

Hun wantrouwen tegen God maakt dat wij nog altijd God niet vertrouwen. Hun gehoorgeven aan de satan maakt dat wij dat nog altijd doen.

Daarom kunnen we onszelf niet verlossen. Het zit te diep in ons.

 

Maar Christus is kundig om te genezen en in staat schuld te betalen. En Hij wil het heel graag.

Omdat Hij God liefheeft boven alles, en de naaste als zichzelf, heeft Hij zichzelf als medicijn gegeven voor deze ziekte die zonde heet.

Hij heeft dat zo gedaan, door onze zondige kant te laten sterven aan het kruis.

Aan het kruis heeft Hij de de mensheid die liefdeloos is tegen God laten sterven: is Hij de mens geworden die zonder God leeft. In de Godverlatenheid is Hij gegaan, om die mens te laten sterven.

In zijn vastgespijkerde handen, zijn de zonden van onze handen gedaan. En ga zo maar door.

Zijn diepe smaad als mens, is het erkennen van het feit dat wij als mensen Gods eer hebben aangetast.

Zijn kruisdood is verzoening voor de schade van onze overspeligheid,

Zijn kruisdood is ook betaling voor de rekening die openstaat.

 

En als je inziet wat je diagnose is,

en je kunt dat misschien nog wel scherper zien aan Hem die God aan ons gegeven heeft tot redding dan via het gebod,

kun je toch niet anders, dan naar Hem gaan voor je genezing.

Hij vergeeft, Hij geneest. Hem zij de lof in eeuwigheid. Amen

 

Gebeden

Collecte

G 237: 1 (B38)

Zegen

 

 

Opmerkingen


Over mij

IZB - Portret Sjaak - Hres-1_edited_edited.jpg

Mijn naam is Sjaak van den Berg. Sinds mei 2024 ben ik predikant van de Hervormde gemeenten Bedum en Onderdendam

Voor dat ik hier kwam gaf ik leiding aan de IZB (2015-2024). Daarvoor (2009-2015) was ik predikant van de PG Groningen, wijkgemeente Martinikerk. Mijn predikantschap begon ik in 2002 in Stedum-Lellens-Wittewierum- Ten Post. Daarvoor was ik ruim drie jaar kerkelijk werker in de Hervormde gemeente van Dorkwerd.

In mei 2009 promoveerde ik aan de Radbouduniversiteit op het geschrift 'Contra Adimantum' van Augustinus.

JAvandenBerg

Posts Archive

bottom of page